Maandag 4 augustus 2014 Húsafell

Na het ontbijt gingen we naar een lava grot om te reserveren voor een tour voor morgen vroeg. Vervolgens reden we een route over de F550, een van de vier oudste binnenwegen van IJsland, die tussen een schildvulkaan en gletsjer doorliep. De weg heette Kaldidalur, wat koude dal betekend. De weg was maar begaanbaar van eind juni tot eind september en zat vol hobbels, bobbels en scherpe bochten. Een paar keer slipten we een beetje en achter de auto hing een dikke wolk van opgestegen zand. De omgeving was oranje rood gekleurd, vol zand en kale rotsen. De gletsjer was ontzettend uitgestrekt en de weg kronkelde er ver omheen. Via een binnenweg waren we door het binnenland teruggereden naar Reykholtsdalur en via Reykholt naar twee watervallen. Hraunfossar was een waterval die uit de bergen kwam, niet erover heen maar echt eruit. Water dat onder het lava gesteente zat vulde deze waterval. Allerlei rotsen zorgden voor kronkels in de rivier en het water klotste luid er tegen aan. Ook hier verschenen regelmatig regenbogen terwijl we stonden te genieten van het uitzicht. We klommen verder over een pad naar Barnafoss, een naastgelegen waterval. Deze had meer weg van een 'gewone' waterval en was iets minder bijzonder.

Bij een tankstation iets verderop zou een supermarkt zijn. Stel je een kleine ruimte voor met twee bijna lege koelkasten met groente, fruit en vlees. Daarnaast een koelkast die helemaal gevuld was met ijs. Een plank waar wat op stond om taco's te maken en een plank waar alle ingrediënten voor pasta opstonden en dan nog 9 schappen vol koekjes, chocola en chips. Dit was de winkel voor iedereen die binnen een straal van 60 km woonde... We hadden bijna de hele winkel leeg gekocht (althans zo voelde het) voordat we naar ons huisje terug gingen. Daar begon ik in Duizend schitterende zonnen, hadden we gegeten, had ik het boek uitgelezen en vermaakte ik me de rest van de avond met Quint en Tijn in de hottube. Heerlijk warm was het water, dat was echt even genieten.